Wat te doen bij ...

het waarschuwingsalarm?

Het waarschuwingsalarm is een ééntonig, onderbroken alarmsignaal.

Het waarschuwingssignaal weerklinkt omdat er in die zone (= de onmiddellijke omgeving) ofwel rook wordt gedetecteerd ofwel een waarschuwingsknop ('een rood doosje met drukglas') is geactiveerd.

Wie rook of vuur ziet, of gezien heeft, of het waarschuwingsalarm heeft geactiveerd, meldt dit best onmiddellijk aan de EIP. De leden van de EIP zijn, wanneer een alarm weerklinkt, te herkennen aan de fluorescerende gele (of oranje) jas en/of de rode helm.

De EIP zal vervolgens de nodige stappen ondernemen.

Volg daarom a.u.b. de richtlijnen van de EIP.

het evacuatiesignaal

Het evacuatiealarm is een tweetonig ononderbroken alarmsignaal

Als het evacuatiealarm weerklinkt, moet iedereen de gebouwen onmiddellijk verlaten en zich begeven naar de verzamelplaats (Kouter).
Volg hierbij de aangegeven evacuatieroute en de richtlijnen van de EIP.

Wat met mindervaliden?

Mindervaliden worden door de EIP naar een - voor de hulpdiensten beter bereikbare - verzamellocatie gebracht waar zij wachten op hetzij verdere informatie, hetzij effectieve evacuatie door de hulpdiensten.
Enkel in uiterste noodgevallen zal de EIP zelf de evacuatie van mindervaliden ondernemen.

De verzamellocaties voor de mindervaliden bij een evacuatie zijn de ruimtes of lokalen nabij de lift of traphal.

Sinds oktober 2008 zijn er twee evacuatiestoelen geplaatst nabij auditorium NB III: één exemplaar in de professorenruimte en één in het eerste gedeelte van de gang (met de deuren naar toiletten en lift).
Met deze evacuatiestoel kan een getraind EIP-lid iemand die niet (meer) op eigen houtje de trappen af kan, veilig naar beneden brengen.

Testen van de alarmen

Op geregelde tijdstippen - en vooral na het vaststellen van eventuele gebreken tijdens een evacuatieoefening - worden de alarminstallaties getest.
Deze testen worden vooraf aangekondigd door middel van affiches in de desbetreffende gebouwen.

Testsignalen zijn slechts enkele korte pulsen en zijn daardoor duidelijk te onderscheiden van de echte alarmsignalen.